Af en toe houd je een boek in je handen dat niet alleen
een goed verhaal biedt en in een fraaie stijl geschreven is, maar dat je ook
helpt om de wereld beter te begrijpen. Omdat het een licht werpt op obscure
hoekjes van de menselijke geest.
Na de
winter van Guadalupe Nettel (°1973) is zo’n roman. De Mexicaanse
schrijfster liet zich in 2010 bij ons al kennen met De gast, het bevreemdende verhaal van een jonge vrouw die zoekt
naar haar identiteit. In Na de winter
spitst Nettel zich toe op het mysterieuze raderwerk en de vaak bizarre gang van
relaties.
De man en de vrouw die afwisselend het woord voeren, wonen duizenden
kilometers van elkaar vandaan en hebben als het verhaal begint nog geen benul
van elkaars bestaan.
Begrafenisstoeten
Claudio, van Cubaanse afkomst, werkt als redacteur in een
uitgeverij in New York en onderhoudt een latrelatie met Ruth, die vijftien jaar
ouder is dan hij. Hij laat zich kennen als een eenzelvige man die dwangmatige
routines naleeft. “Om me te beschermen tegen de chaos heb ik mijn dagelijks
leven onderworpen aan een zeer strikte reeks gewoonten en beperkingen. Een
daarvan is de absolute privacy van mijn onderkomen. Sinds ik verhuisd ben,
heeft niemand behalve ikzelf een voet over de drempel van dit appartement
gezet. Alleen al van de gedachte dat iemand anders deze vloer zou betreden, kan
ik volledig van slag raken.”
De andere protagonist, de Mexicaanse Cecilia, woont in
Parijs, waar ze studeert aan het Instituut voor Hogere Studies van
Latijns-Amerika. Haar flat geeft uit op het kerkhof van Père-Lachaise. Af en
toe lokt Haydée, haar enige vriendin in Parijs, haar de stad in, maar al even
graag blijft ze thuis om naar de begrafenisstoeten die tussen de graven
schrijden te kijken of de geluiden te analyseren die uit de flat van de buurman
komen.
Via korte hoofdstukjes, afwisselend vanuit het
perspectief van Claudio en Cecilia, leren we de personages en hun verleden
kennen. Terwijl Claudio in New York worstelt met tegenstrijdige gevoelens voor
Ruth en hij een onvermoed aspect van haar leert kennen, valt Cecilia ten prooi
aan eenzaamheid en verveling tot ze aan de praat met haar buurman Tommaso. Net
als zij blijkt hij een fascinatie te hebben voor de doden. Ze adopteren een
routine waarin hij elke avond voor haar kookt, maar net als er iets moois
tussen hen begint te ontluiken, kondigt hij aan dat hij op reis vertrekt.
Cecilia blijft verweesd achter.
Iedereen die ooit liefdespijn heeft gevoeld, zal zich
herkennen in Nettels wondermooie beschrijving van Cecilia’s vertwijfeling. “Het
was een wereld in negatief, waarin alles me herinnerde aan hij die er niet was.
De plekken en voorwerpen uit het dagelijks leven, de boulevard, de deur van het
gebouw waar ik woonde, de ramen van mijn huis en het landschap waar ze op
uitkeken, de uitgestrektheid van Père-Lachaise en de kruinen van de bomen, de
muren van mijn kamer, de lakens op mijn bed, de radio die aanstond, alles wees
op de afwezigheid van Tom, en daarom waren de aanblik en het aanraken van al
die dingen zo frustrerend. (…) Geobsedeerd zijn door een man die heeft besloten
er niet te zijn, betekent dat je minuten, uren en hele dagen van je leven
cadeau doet aan iemand die daar niet om heeft gevraagd en die ze niet eens wil
hebben; dat je diezelfde minuten, uren en dagen veroordeelt tot de dimensie van
de verloren tijd, van het nutteloze; dat je de eindeloze mogelijkheden die die
tijd te bieden heeft, laat liggen en ze inwisselt voor het ergst denkbare alternatief:
frustratie en lijden.”
Een afgerond verhaal biedt Nettel niet, maar dat maakt het net zo waarachtig en herkenbaar
Samen met de personages mijmeren we mee over relaties,
over de helende kracht van literatuur, over depressie, ziekte en dood, en over
het krampachtig zoeken van de mens naar zin en geluk. Wat met Tommaso gaande
is, zullen we met Cecilia te weten komen.
Getekend
Mits een elegante tournure zal haar
verhaal dat van Claudio kruisen, waarop het wisselend perspectief zijn volle
draagkracht zal krijgen. Vanuit beide standpunten zien we de paden convergeren,
maar wat Cecilia met Claudio beleeft, verschilt van wat Claudio met Cecilia
meemaakt. Hun lezing van de gebeurtenissen en van elkaar is anders, en het is
erg verhelderend om de twee te vergelijken en in te zien hoe hun beleving
getekend is door hun karakter maar ook door ogenschijnlijk kleine
gebeurtenissen uit het verleden.
Na de
winter werd bekroond met de roemrijke Premio Herralde. Een afgerond verhaal
biedt Nettel ons niet, maar dat maakt het net zo waarachtig en herkenbaar. Op
een magnifieke manier laat ze het inzicht dagen: hoe dicht we ons ook bij een
geliefde wanen, toch blijft hij of zij een raadsel.
Na de winter, Guadalupe Nettel. Vertaling: Arie van der Wal.
Uitgeverij Signatuur, 224 p.
Deze recensie verscheen op 3 februari 2016 in De Morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten